Blog: Voedingswaarde, wat is dat precies?

 

Voedingswaarde, wat is dat precies?

Ieder product heeft een eigen voedingswaarde. In veel gevallen staat deze voedingswaarde vermeld op de verpakking. Maar wat zegt deze voedingswaarde nu eigenlijk? Is een product per definitie gezond bij een lage voedingswaarde en ongezond als de voedingswaarde hoog is?

 

Voedingswaarde, wat is dat nu eigenlijk precies?

Onze voeding bestaat uit verschillende voedingsstoffen. Al deze voedingsstoffen leveren bij elkaar opgeteld de voedingswaarde.

 

Verschillende soorten voedingsstoffen

Voeding bevat twee verschillende groepen voedingsstoffen (nutriënten), namelijk:

  • Macronutriënten: deze komen in grote hoeveelheden voor in voeding. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld vetten, koolhydraten en eiwitten (alcohol behoort trouwens ook tot de macronutriënten).
  • Micronutriënten: deze komen in (zeer) kleine hoeveelheden voor in voeding. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld vitamines en mineralen.

 

Macronutriënten:

Macronutriënten leveren naast voedingsstoffen ook energie voor het lichaam. Deze energie wordt aangeduid met kJ (kilojoule) en/of kcal (kilocalorieën).

1 gram vet levert 9 kcal (37 kJ)

Bij koolhydraten levert 1 gram 4 kcal (17 kJ)

1 gram eiwit levert 4 kcal (17 kJ)

En bij alcohol levert 1 gram 7 kcal (29 kJ)

Om van kcal naar kJ te rekenen dient vermenigvuldigd te worden met (ongeveer) 4,2. Let op: in de volksmond wordt vaak gesproken over calorieën, echter wordt er dan bedoeld kilocalorieën. 1 kilocalorie is namelijk 1000 calorieën.

 

Micronutriënten:

Micronutriënten leveren alleen voedingsstoffen voor het lichaam, ze leveren géén energie. Ze komen in (zeer) kleine hoeveelheden voor in onze voeding, maar zijn heel erg belangrijk voor alle functies in ons lichaam. Vitamines en mineralen zijn micronutriënten. Bij de mineralen wordt er vaak nog een onderscheid gemaakt in mineralen of spoorelementen. Het onderscheid zit (voornamelijk) in de hoeveelheid die het lichaam binnenkrijgt via de voeding. Bij mineralen gaat het om grammen die voorkomen in de voeding. Terwijl bij spoorelementen het om milligrammen of microgrammen gaat.

 

Vitamines:

  • Vitamine A
  • Thiamine (Vitamine B1)
  • Vitamine B2 (oftewel riboflavine)
  • Vitamine B3
  • Pantotheenzuur (Vitamine B5)
  • Vitamine B6 (oftewel pyrodoxine)
  • Vitamine B8
  • Foliumzuur (Vitamine B11)
  • Vitamine B12 (oftewel cobalamine)
  • Ascorbinezuur (Vitamine C)
  • Vitamine D
  • Vitamine E
  • Vitamine K

 

Mineralen:

  • Calcium
  • Chloor (chloride)
  • Fosfor
  • Kalium
  • Natrium
  • Magnesium

 

Spoorelementen:

  • Chroom (chromium)
  • Fluoride (fluor)
  • IJzer
  • Jodium (jood)
  • Koper
  • Mangaan
  • Molybdeen
  • Seleen (selenium)
  • Zink

 

Hoe komt de voedingswaarde tot stand?

De vermelde voedingswaarden op de verpakking (etiket) zijn naar behoren vastgestelde gemiddelde waarden. Dat kan dus inhouden dat door natuurlijke schommelingen en/of seizoensinvloeden de vermelde waarden hoger/lager zijn dan de werkelijkheid. De gemiddelde waarde dient echter wel een realistische weergave van de voedingswaarde te zijn.

De voedingswaarde kan op drie manieren worden vastgesteld:

  • De analyse van een levensmiddel door de fabrikant
  • De berekening op basis van de bekende of effectieve gemiddelde waarde van de verstrekte ingrediënten
  • De berekening aan de hand van algemeen vaststaande en aanvaarde gegevens

 

Voedingswaarde in de winkel

Op verpakkingen (etiketten) in de winkel staat in veel gevallen een verplichte voedingswaardevermelding vermeld, volgens de wetgeving (Verordening (EU) nr. 1169/2011, betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten).

Deze verplichte voedingswaardevermelding omvat de volgende items:

  • Energie (kJ / kcal)
  • Vetten
    • (waarvan) Verzadigde vetzuren
  • Koolhydraten
    • (waarvan) Suikers
  • Eiwitten
  • Zout

 

Optioneel mogen nog onderstaande hieraan worden toegevoegd:

  • Enkelvoudig onverzadigde vetzuren
  • Meervoudig onverzadigde vetzuren
  • Polyolen
  • Zetmeel
  • Vezels
  • En vitamines / mineralen als deze in een significante hoeveelheid aanwezig zijn

 

Andere voedingswaarden (zoals bijvoorbeeld trans-vetzuren) mogen momenteel niet worden vermeld op de verpakking (etiket).

 

Referentie-innames (volwassenen)

De referentie-innames voor volwassenen zijn gebaseerd op wettelijke vastgelegde richtwaarden voor een (uit)gebalanceerd voedingspatroon.

 

  • Energie 8400 kJ / 2000 kcal
  • Vetten (totaal) 70gram
  • Verzadigde vetzuren 20gram
  • Koolhydraten (totaal) 260gram
  • Suikers 90gram
  • Eiwitten 50gram
  • Zout 6gram

 

Consumptie-eenheid

Voor de consument dient de consumptie-eenheid (portie) makkelijk herkenbaar te zijn. De term verwijst namelijk naar de eenheid die afzonderlijk geconsumeerd kan worden.

Toch is er veel verwarring rondom de consumptie-eenheid. Bijvoorbeeld bij verpakte tussendoortjes is bij het ene merk het gehele pakje (met 2 of 3 koekjes) de “consumptie-eenheid”, terwijl bij het andere merk slechts 1 van de 2 á 3 koekjes (in het pakje) aan wordt gemerkt als “consumptie-eenheid”.

Ook bij roomijs is er verwarring rondom een consumptie-eenheid. Zo staat op de ene verpakking met roomijs dat 50 gram 1 portie is, terwijl bij de andere verpakking roomijs 100 gram geldt als 1 portie.

Zelfs bij hetzelfde merk zijn er onderling verschillen. Bij het ene soort koekje of smaak ijs is de consumptie-eenheid anders dan bij een soort gelijk product van dezelfde leverancier.

 

Vrijgestelde levensmiddelen(groepen)

Bij onderstaande levensmiddelen hoeft op de verpakking géén voedingswaarde aanwezig te zijn. Natuurlijk mag dit wel (dan dient wel rekening gehouden te worden met de verplichte items uit de voedingswaardevermelding).

 

Onverwerkte producten die bestaan uit één ingrediënt

  • Voorbeelden: een bakje met champignons, een zak aardappelen, een verpakking rijst, of bijvoorbeeld een potje honing.
    • De precieze uitleg van onverwerkte producten is: „onverwerkte producten”: levensmiddelen die geen behandeling hebben ondergaan, met inbegrip van producten die zijn verdeeld, in partjes, plakken of stukken gesneden, uitgebeend, gehakt, van de huid ontdaan, gemalen, versneden, gereinigd, bijgesneden, gepeld, geplet, gekoeld, bevroren, diepgevroren of ontdooid (Verordening (EG) nr. 852/2004, inzake levensmiddelenhygiëne).

 

Verwerkte producten die als enige vorm van verwerking zijn gerijpt en die bestaan uit één ingrediënt

  • Voorbeeld: verpakking met dry-aged vlees

 

Water, inclusief water met kooldioxide en/of aroma’s

  • Bijvoorbeeld: een fles bruisend mineraalwater citroen

 

Kruiden, specerijen en mengsel ervan

  • Zoals: een potje met oregano of een zakje met nootmuskaat

 

Zout en zoutvervangers

  • o.a.: een strooibus keukenzout

 

Tafelzoetstoffen

  • Voorbeeld: een dispenser met zoetjes

 

Koffie en thee

  • Voorbeelden: een zak koffiebonen of een doos theezakjes

 

Azijn, inclusief azijn met aroma’s

  • Zoals: een fles natuurazijn

 

Aroma’s, levensmiddelenadditieven, technische hulpstoffen, voedingsenzymen, gelatine, jamgeleermiddel en gist

  • Voorbeelden: een verpakking met gelatineblaadjes of een verpakking met gist

 

Kauwgom

  • o.a.: een blister verpakking met peppermint kauwgom

 

Levensmiddelen in zeer kleine verpakkingen (<25 cm2)

  • Zoals: losse verpakking van een rol snoepjes

 

Levensmiddelen, met inbegrip van ambachtelijke levensmiddelen, die rechtstreeks door de producent in kleine hoeveelheden worden geleverd aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert

  • Bijvoorbeeld: een kerststol die geleverd wordt door een plaatselijke bakker.